Bacilly, Frankrijk
Woensdag
Paul Aubertin dronk van zijn café au lait en probeerde zijn woede te beheersen. Het verhaal was inmiddels door de Franse kranten opgepikt.
Hij las het artikel inLe Figarosnel door en stelde vast dat er geen nieuwe informatie was.
De ‘Boston Massacre,’ zoals het vuurgevecht van maandag werd genoemd, werd gekwalificeerd als een vete tussen twee georganiseerde misdaadfacties. Het bloedige gevecht had op klaarlichte dag plaatsgevonden en had vier mannen het leven gekost, onder wie de bestuurder van de ‘vluchtauto’, die met een andere auto, die niets met het conflict te maken had, in botsing was gekomen. De politie zette het onderzoek voort. Er waren geen nadere details vrijgegeven.
Het was hetzelfde soort verslag als hij de vorige dag overal op het internet had gezien.The Boston Globe, lokale ‘crime watch’-sites, scannerblogs die de politie van Boston volgden… Waar hij ook probeerde iets meer over de achtergronden van de schietpartij te weten te komen, hij werd niets wijzer.
Dat de naam Desmond Oliver Cullen nog niet in de pers was verschenen, bood geen troost. Die van Didier Defraigne was evenmin ergens opgedoken. In het geval van de Belg was de naam simpelweg verdwenen.
Hoe had Harvath dat in godsnaam voor elkaar gekregen? Hoe was het toch mogelijk dat hij iedereen altijd één stap voor was?
Het werd steeds duidelijker waarom er zo’n enorme prijs op zijn hoofd was gezet. Het was bijna onmogelijk om hem uit te schakelen, direct of indirect.
Dat mocht dan wel zo zijn, hij was in elk geval sterfelijk, en dat betekende ten eerste dat hij slaap nodig had en ten tweede dat hij fouten kon maken.
Mijn god, dacht Aubertin. Was het nu al zo erg? Rekende hij erop dat Harvath een fout zou maken? Was dat de enige manier waarop hij hem kon verslaan?
Aubertin weigerde te geloven dat hij met al zijn ervaring en kwaliteiten alleen nog maar kon hopen dat zijn doelwit het zelf verknalde. Als hij zo diep was gevallen, werd het tijd dat hij ander werk zocht.
Alleen, daartoe was hij nog niet bereid, bij lange na niet zelfs. Tenminste niet zonder een aanzienlijke beloning, en de helft van honderd miljoen dollar kon je gerust een aanzienlijke beloning noemen. Als hij simpelweg moest afwachten tot Harvath het verknalde of hem zelfs in zijn slaap moest doden, dan moest dat maar.
Om ervan te kunnen profiteren als Harvath zijn waakzaamheid liet varen, moest hij hem zien te lokaliseren. Daarom was Key West zo’n geweldige plek geweest. Hij had Didier het karwei op een presenteerblaadje aangeboden. Maar op de een of andere manier was Harvath erin geslaagd te ontsnappen, tenzij hij en de Belg in een mangrovemoeras waren gevallen en door alligators waren opgegeten.
Aubertin betwijfelde dat. Harvath was beslist nog in leven. De verijdelde ontvoering van zijn stiefzoon in Boston was daar het bewijs van. Hij hing nog steeds ergens uit. En Aubertin was weer terug bij af. Hij moest ofwel zien uit te vinden waar Harvath verbleef of een nieuwe manier vinden om hem uit zijn tent te lokken.
De vraag was hoe hij dat kon bewerkstelligen. Hij had zijn hersens daarover gepijnigd, maar had nog steeds geen antwoord gevonden.
Zoals altijd zou hij ook nu wel een antwoord vinden, maar als hij te veel zijn best deed, lukte dat nooit.
De beste antwoorden vond hij vaak als hij niet meer over de vraag nadacht, en daarom zat hij vanochtend in de salon van Château de Chantore een kop koffie te drinken, in afwachting van de Nieuw-Zeelandse familie uit Wellington die elk moment de trap af kon komen.
Het waren terugkerende klanten, die hem vorig jaar na een geslaagde trip hadden beloond met een forse fooi.
Zolang Harvath nog niet uitgeschakeld was, even aangenomen dat Trang niet een of ander plan had om hem te belazeren, moesten de rekeningen gewoon van zijn salaris betaald worden. Je moest het ijzer smeden als het heet was.
En als hij door zich op de geschiedenis van Normandië te richten eerder inzag hoe hij het probleem-Harvath moest oplossen, des te beter. Dan zou zijn uitje met de Nieuw-Zeelanders alleen maar prettiger verlopen.
Hij wilde nog een slok koffie nemen, maar zijn telefoon ging. Hij keek naar het scherm en zag dat het om een verzoek van NormandyGuides.com ging. Het hoogseizoen brak nu echt aan.
45
Saint-Malo, Frankrijk
Het straalvliegtuig dat op Aviano landde om hen naar Frankrijk te brengen was een variant van een Gulfstream IV, bij de Amerikaanse luchtmacht bekend onder de benaming C-20H. Het maakte deel uit van de 86th Airlift Wing, maar het leek in alle opzichten, van de uniformen van de crew tot het registratienummer, een particulier toestel.
Harvath en Sølvi hadden net genoeg tijd gehad om te douchen en iets te eten voordat het tijd voor vertrek was. Tijdens het ontbijt van burrito’s uit de magnetron en koffie in piepschuim bekers zette hij uiteen wat hij over hun moordenaar te weten was gekomen. Hij legde ook uit waarom hij had besloten de Franse autoriteiten er niet bij te betrekken.
Hij had diverse connecties die zo nodig hulp konden bieden. De relatie tussen de Amerikaanse en de Franse president was uitstekend.cia-directeur McGee werkte prima samen met het hoofd van de Franse Inlichtingendienst. Zelfs Gary Lawlor had buitengewoon hechte connecties met de Franse politie. Maar uiteindelijk had Harvath er toch voor gekozen om onder de radar te opereren.
Je kon niet weten wat voor valstrikken Aubertin had gelegd of wie hij bij een of andere overheidsinstantie had omgekocht. Zodra hij van wie dan ook zou vernemen dat de Amerikanen naar hem op zoek waren, zou hij verdwijnen. Voor het eerst had Harvath het idee dat hij een voorsprong had. Hij was niet van plan om die te verspelen.
Toen ze landden op Dinard-Pleurtuit-Saint-Malo Airport, had Nicholas weer slecht nieuws. NormandyGuides.com had wel een telefoonnummer van Aubertin, maar dat was niet meer in gebruik. Slag één.
Hoewel het nog vroeg in de ochtend was, had Aubertin via de website al op hun verzoek om een gids gereageerd. Helaas was hij volgeboekt en kon hij hen niet helpen. Slag twee.