Dominique riep de gastheer bij zich en liet hem weten dat ze de kamer namen. Daarna keek ze op haar horloge en verontschuldigde zich met de uitleg dat ze nu weg moest om op tijd bij haar volgende klanten te zijn.
Harvath rekende met haar af en gaf haar een flinke fooi, zoals Sølvi had beloofd. Daarna spraken ze af die avond wat te gaan drinken.
Nadat ze was vertrokken en ze de lunch hadden betaald, liep de gastheer met hen mee naar de receptie, waar hij ze aan een jonge receptioniste overliet, voordat hij weer in het restaurant verdween.
Hoewel ze waren voorgesteld als Mr. en Mrs. Owen, knipperde de receptioniste geen moment met haar ogen toen ze op de registratiekaart de namen van hun valse paspoorten invulden. Als ze over de discrepantie was begonnen, zou een hint dat ze allebei met een ander getrouwd waren voldoende zijn geweest. Dit was tenslotte Frankrijk. Het zou zeker niet de eerste keer zijn geweest dat overspelige minnaars bij het inchecken in een hotel hun identiteit geheim probeerden te houden.
Ze kregen twee sleutelkaarten, gingen naar boven en bekeken de kamer.
Dominique had geen grapje gemaakt. Het was zeker een romantische kamer. Ongelooflijk romantisch zelfs.
De kamer was ingericht in het kleurenpalet van La Mère Poulard, zoals dat aan de voorzijde van het gebouw en in het hele restaurant was doorgevoerd. De gordijnen waren goudkleurig, de stoelen en het tapijt rood en het zachte beddengoed helderwit.
Dat viel echter allemaal in het niet bij het uitzicht over het water vanuit de grote openslaande balkondeuren. Harvath vergat een moment lang bijna dat hij met een opdracht bezig was.
‘Is dit oké voor jou?’ vroeg Sølvi.
‘Het is geweldig,’ antwoordde hij met zijn blik nog steeds naar buiten gericht.
‘Hé, ik heb het niet over het uitzicht,’ zei ze bestraffend. ‘Ik heb het hierover.’
Harvath draaide zich om en zag dat ze naar het tweepersoonsbed wees. Hier stond geen bank, anders dan in hun kamer in Sirmione.
‘Even afgezien van het feit dat een echt Noors meisje een upgrade naar een suite zou hebben geregeld, zal ik erop moeten vertrouwen dat je mij respecteert.’
‘Ik moet jou respecteren?’ antwoordde ze.
‘Jazeker. Mijn eerbaarheid en kuisheid.’
Ze schudde haar hoofd. ‘We zullen vanavond in de abdij een hoop kaarsen moeten aansteken.’
‘Dat is prima, ik heb buiten een geldautomaat gezien.’
‘Heel grappig. Hoe ging het met haar telefoon?’
‘Perfect,’ zei Harvath. ‘Herinner me eraan dat ik mijn portemonnee goed moet opbergen als jij in de buurt bent.’
Sølvi lachte. ‘Dat beschouw ik als een compliment.’
‘Dat is het ook.’
‘Hoelang duurt nog voordat jouw mensen ergens mee komen?’
Harvath keek op zijn telefoon of er berichten van Nicholas waren. Er was nog niets binnengekomen. ‘Techniek is altijd onvoorspelbaar,’ zei hij. ‘Soms zijn de moeilijkste klussen het makkelijkst, en de klussen waarvan je denkt dat ze het makkelijkst zijn het moeilijkst.’
‘Nou, jij krijgt in elk geval je schoonheidsslaapje. Ik ga onze bagage halen.’
‘Ik wil best meegaan om je te helpen.’
‘Maak je geen zorgen,’ zei ze. ‘Ik moet zeker jouw zwarte tas meenemen?’
‘Ze zijn allemaal zwart.’
‘Dat weet ik. Het was een grapje.’
Harvath grijnsde. ‘Neem de tas met de tandenborstel maar mee, niet die met het pistool.’
‘Ik zal mijn uiterste best doen dat te onthouden,’ zei ze, naar haar hoofd wijzend. ‘Blond, weet je wel.’