Page 115 of Near Dark

Maar Aubertin kende het eiland. En hij had een ander plan.

51

Een barmhartige samaritaan kwam meteen in actie. Met het windjack van een andere bezoeker legde hij bij de neergeschoten man een geïmproviseerd drukverband aan.

Harvath had het zelf niet beter kunnen doen. Bovendien was het elimineren van de dreiging de allerbelangrijkste regel in een vuurgevecht. Dat was zijn taak.

Hij rende de kerk uit en zette de achtervolging in.

‘Vertel op,’ zei hij via zijn oortje. ‘Waar is hij?’

‘Hij is in Rue de L’Abbaye,’ antwoordde Nicholas, terwijl hij de kaart op zijn scherm bekeek. ‘Hij beweegt zich van de abdij af.’

Harvath bevond zich in een menigte toeristen, die allemaal hetzelfde probeerden, namelijk zo snel mogelijk wegvluchten van de plek waar geschoten was.

‘Ik denk dat hij op weg is naar de hoofdpoort,’ voegde de kleine man eraan toe.

‘Hij probeert zich tussen het publiek te begeven. Zo probeert hij te ontsnappen, door zich in de meute te verbergen.’

Dat was een slimme zet van Aubertin. Een volstrekte chaos veroorzaken en daarvan gebruikmaken om weg te komen.

‘De Logis Sainte-Catherine is links hogerop,’ zei Nicholas. ‘Er is een kortere route die bij La Mère Poulard uitkomt. Als hij Mont-Saint-Michel kent, weet hij dat dit de snelste route naar de uitgang is.’

‘Laat het me weten als hij die neemt,’ antwoordde Harvath, terwijl hij zich een weg door de meute baande en wanhopig probeerde terrein te winnen op de moordenaar.

Hogerop zag hij het gebouw dat de Logis Sainte-Catherine werd genoemd. Hij bewoog naar links om de trap omhoog naar de vlakke, met gras begroeide publieke ruimte.

Dit was zijn beste kans om in te lopen op Aubertin. Toen kwam het bericht van Nicholas.

‘Hij is er simpelweg langsgelopen,’ meldde de kleine man. ‘Hij loopt nog steeds in L’Abbaye, nu in westelijke richting.’

Wat was die kerel van plan?

Even later geloofde Nicholas dat hij het begreep. ‘Ik denk dat hij het eiland via de andere poort verlaat. Die op Les Fanils.’

Mont-Saint-Michel had twee ingangen, die ongeveer vijftig meter uit elkaar lagen, de hoofdpoort en een kleinere ingang bij een overheidsgebouw.

‘Geef dit aan Sølvi door,’ zei Harvath. ‘Laat haar weten dat hij mogelijk door de andere poort naar buiten komt. Zeg dat ze naar de dam moet gaan en daar naar hem uit moet kijken.’

‘Begrepen,’ antwoordde Nicholas, terwijl hij snel een bericht typte.

Maar hij had het nog niet verstuurd of Aubertin veranderde van koers. ‘Let op,’ zei hij tegen Harvath. Hij is net rechts afgeslagen.’

‘Hoe bedoel je, hij is rechts afgeslagen?’

‘In Les Fanils. Hij had naar links moeten gaan om bij de poort te komen. Maar dat heeft hij niet gedaan. Hij ging rechtsaf.’

Bij een groepje bomen ontsnapte Harvath aan de stroom paniekerige mensen om de kaart te bestuderen die Dominique hem eerder die dag had gegeven. Eén blik was genoeg om duidelijkheid te scheppen. ‘Hij loopt in de richting van het strand.’

‘Is hij gek geworden?’ vroeg Nicholas. ‘Het wordt vloed en hij zal het vasteland nooit kunnen bereiken.’

‘Ik denk niet dat hij naar het vasteland op weg is,’ antwoordde Harvath, die wenste dat de drone boven zijn hoofd hing. ‘Ik denk dat hij zich zorgen maakt over de uitgangen en een schuilplaats ergens op het eiland zoekt.’

‘Als je gelijk hebt, zijn er maar twee plekken waar hij volgens mij naartoe kan. Twee bouwwerken. De Chapelle Saint-Aubert, of iets verderop de kleinere Fontaine Saint-Aubert.’

‘Het moet voor jou niet moeilijk zijn om uit te zoeken welke van de twee hij kiest. Zodra hij blijft staan, kun je de…’

‘Wacht even,’ zei Nicholas, hem onderbrekend. ‘We zijn het signaal kwijt.’