Page 17 of Near Dark

Daarom was Key West, en Little Palm Island, totdat hij eruit geschopt werd, zo fijn geweest. Niemand kende hem daar. Niemand stelde hem moeilijke, pijnlijke vragen. In zekere zin had hij het gevoel gehad dat hij aan zijn oude leven ontsnapt was. Maar opeens had het hem zomaar weer ingehaald. En nu was hij hier.

Ook Nicholas, die in Sovjet-Georgië geboren was en door zijn ouders in de steek was gelaten, waarna hij in een bordeel was opgegroeid, was vertrouwd met pijn en verdriet. Hij voelde er niets voor om Harvath onnodig te kwetsen.

De Carlton Group was voor de kleine man een thuis geworden. Ook hij was zwaar aangeslagen door de dood van Reed Carlton en Lydia Ryan. Hij had ook heel veel om Lara gegeven en hij vond het hartverscheurend dat zijn vriend zijn vrouw zo snel had verloren. Dat nam niet weg dat ze een ernstig probleem moesten oplossen, en Harvath moest dat direct onder ogen zien.

Ze gingen de Hollyblokhut binnen, waar Nicholas zijn vriend naar de afgeschermde veranda leidde. Daar had hij een ijsemmer, flessen water, een fles Blanton’s Gold bourbon en een doos Cohibasigaren klaargezet.

‘Jij hebt het beste bed van Camp David,’ merkte Harvath op toen ze gingen zitten.

‘Ik wilde Aspen,’ grapte Nicholas, ‘maar president Porter zei nee.’

Er gleed een lachje over Harvaths gezicht. Hij zag Nicholas er nog voor aan om de persoonlijke blokhut van de president te vragen. Hij was een man met een uitzonderlijk goede smaak en een grenzeloze zucht naar eten, wijn en, tot voor kort, extreem dure vrouwen. Hij leek inmiddels een beetje tot rust gekomen te zijn, en Harvath nam het zichzelf kwalijk dat hij nog niet naar zijn vriendin Nina had gevraagd.

Het was tussen hen zo vaak uit geweest en weer aan gegaan, dat je nauwelijks kon weten wat de precieze status van hun relatie was. Voordat alles bij de Carlton Group radicaal op zijn kop was gezet, had Lydia aan Harvath verteld dat Nicholas en Nina zich volgens haar juist hartstochtelijk tot elkaar aangetrokken voelden omdat hun relatie zo instabiel was.

‘Hoe gaat het met Nina?’ vroeg Harvath.

Nicholas wachtte een moment voordat hij antwoordde, op zoek naar de juiste woorden. Uiteindelijk antwoordde hij: ‘Met haar gaat het goed.’

Er was iets in de blik van de kleine man, iets wat Harvaths aandacht trok. ‘Gewoon goed?’

‘Dat weten we nog niet.’

‘Wat betekent dat?’

Nicholas pakte de doos Cohibas op en bood hem een sigaar aan. ‘Het lijkt erop dat ik vader ga worden.’

Harvath was stomverbaasd en wist een moment lang niet hoe hij moest reageren. Het enige wat Harvath ooit had gewild was een eigen gezin. Hij had dat gezin met Lara en haar zoon uiteindelijk bijna gekregen, maar het was hem plotseling ontnomen.

En nu leek Nicholas dat onbetaalbare geschenk te krijgen, maar de sombere toon waarop hij het nieuws meldde, wekte de indruk dat hij er allerminst blij mee was.

‘Wat is er met jou?’ vroeg Harvath. ‘Het is geweldig nieuws, maar uit jouw mond klinkt het alsof je net te horen hebt gekregen dat je terminaal ziek bent.’

‘Wat er met me is? Je hoeft alleen maar te kijken,’ zei hij, terwijl hij met zijn hand over zijn lichaam gleed, benadrukkend hoe klein hij was. ‘Stel dat de baby ook zo wordt geboren?’

‘Stel dat dat niet zo is?’

‘Stel dat het wél zo is?’

Harvath begreep de bezorgdheid van zijn vriend, maar de kans dat de baby van Nicholas en Nina ook aan primordiale dwerggroei zou lijden was zo klein dat het in de praktijk vrijwel uitgesloten was. De aandoening kon alleen voorkomen bij een gemuteerd gen van beide ouders en was daardoor uiterst zeldzaam.

‘Alles komt goed,’ zei Harvath, terwijl hij een sigaar koos. ‘Wanneer is ze uitgerekend?’

‘Over zeven maanden. Ongeveer dan.’

‘Jullie zullen een prachtige baby krijgen. Neem dat van mij aan. En jij wordt een geweldige vader.’

Nicholas begon zo hard te lachen dat hij de doos bijna liet vallen. ‘Van Markies de Sade tot Moeder Gans. Dat klinkt als een naadloze transitie.’

Weer lachte Harvath. Hij had zijn kompaan gemist. ‘Ik heb niet gezegd dat het makkelijk zou zijn. Ik zei dat je er goed in zou zijn. En dat zal zeker zo zijn. Gefeliciteerd.’

‘Dank voor het vertrouwen,’ antwoordde Nicholas. Hij koos een sigaar voor zichzelf uit, zette de doos op een tafeltje tussen hen in en bood Harvath de sigarenknipper aan.

‘Jij eerst,’ zei zijn vriend.

Nadat Nicholas zijn sigaar had geknipt, gooide hij de knipper naar Harvath toe, gevolgd door de aansteker.

In het schemerduister van de veranda rookten de mannen hun sigaren, waarbij ze dichte rookwolken de lucht in bliezen en de punten van hun sigaren feloranje oplichtten.