‘A: nee, en B: door wie dan? Niemand weet dat we hier zitten, behalve McGee, die het verzoek heeft gedaan, en president Porter, die zijn goedkeuring heeft gegeven. Ik garandeer je dat geen van beiden zich zal laten omkopen.’
Daar had Nicholas gelijk in. Bob McGee was de directeur van deciaen Lydia Ryans baas, voordat ze naar de Carlton Group was vertrokken. Harvath vertrouwde McGee. Hij wist ook dat de mariniers die in Camp David dienden niet alleen voorbeeldige militairen waren, maar ook grondig gescreend werden.
‘Daar komt bij dat we alleen maar toegang tot snellere en veiligere netwerken hadden als we bij densaof de Situation Room in het Witte Huis gestationeerd waren,’ vervolgde Nicholas. ‘Dit is de perfecte schuilplaats.’
Harvath was het daarmee eens. Het was op diverse niveaus een logisch besluit. Hij knikte en bracht het gesprek weer op zijn eerdere vraag. ‘Stel dat er inderdaad zo’n opdracht is gegeven en dat ik het doelwit ben. Wie zit er dan achter? Wie zou ik zo kwaad hebben gemaakt dat diegene er honderd miljoen dollar voor over heeft om mij om te brengen?’
‘Zelfs tijdens hun rijkste momenten hadden Bin Laden en Al Qaeda geen honderd miljoen dollar ter beschikking gehad, laat staan dat ze zoveel geld hadden kunnen weggeven. MaarISis andere koek.’
‘Hoezo?’
‘ISis de Goldman Sachs van de terroristische wereld. Ze mogen dan wel het land kwijt zijn waar ze hun kalifaat hadden gevestigd, maar ze zijn nog steeds in het bezit van hun bankrekeningen. Volgens een rapport van de Iraakse Inlichtingendienst hebben ze nog steeds toegang tot meer dan tweeënhalf miljard dollar. En ze hebben een bloedhekel aan jou.’
Harvath noteerde dat alvast. ‘Oké,ISis de eerste gegadigde. Ga door. Wie nog meer?’
‘Als het om terreurorganisaties gaat?’ vroeg Nicholas. ‘Organisaties die over zoveel geld beschikken en een goede reden hebben om dat geld aan jou te besteden? Op het moment is dit alles wat ik heb.’
‘Hoe zit het met niet aan terreur gelinkte organisaties?’
‘Er zijn verschillende misdaadorganisaties over de hele wereld die honderd miljoen dollar op iemands hoofd kunnen zetten. Maar eerlijk gezegd schiet me er geen enkele te binnen die jij zo hebt dwarsgezeten dat ze er zoveel geld voor over zouden hebben.’
‘Wat blijft er dan nog over?’
‘Je hebt verscheidene steenrijke misdadigers uit de weg geruimd. Die lui hebben enorme sommen geld nagelaten. Als hun erfgenamen slim zouden zijn, zouden ze het er flink van nemen en het geld opmaken, maar soms zijn erfgenamen niet slim maar wraakzuchtig.’
Harvath liet de ijsblokjes in zijn glas ronddraaien en zei: ‘Jullie zouden dat geld toch wel kunnen traceren?’
‘We zijn er al mee bezig.’
‘Mooi.’
‘En dat brengt ons bij de buitenlandse mogendheden,’ zei Nicholas. ‘Er is één land in het bijzonder dat meteen bovenaan mijn lijstje komt.’
Harvath trok eens flink aan zijn Cohiba en blies de rook langzaam de lucht in. ‘Rusland,’ zei hij.
De kleine man knikte. ‘De Russen hebben een nog grotere hekel aan jou dan aan de jihadisten.’
‘Dat gevoel is wederzijds. Neem dat van mij aan.’
‘Maar toch snijdt het geen hout.’
‘Waarom niet?’ vroeg Harvath. ‘Ik heb de zoon van de Russische president vermoord.’
‘En dat was een psychopathisch monster. Hij verdiende het, net als de anderen. Maar je liet er geen twijfel over bestaan wat er met president Pesjkov zou gebeuren als hij iemand achter jou aan zou sturen. Je hebt het hem zelfs schriftelijk meegedeeld.’
‘We houden toch nog steeds zijn hele vermogen in de gaten?’
‘Dag en nacht, maar dat is het hem nu juist. Er is helemaal niets mee gebeurd. Geen roebel, geen dollar, geen euro, geen rand, helemaal niets.’
‘Heeft hij misschien ergens honderd miljoen liggen waar wij niets van weten?’ suggereerde Harvath.
‘Of dat zou kunnen? Zeker. Alles kan. Hij steelt al tientallen jaren van zijn eigen land. Maar is het ook waarschijnlijk, als je weet hoe we ons best hebben gedaan om zijn hele bezit in kaart te brengen? Ik weet het gewoon niet.’
‘En wat dacht je van een tussenpersoon? Iemand in zijn nabijheid, een of andere compagnon.’
Nicholas dacht daarover na. ‘Iemand die bereid is om honderd miljoen dollar van zijn eigen geld te fourneren?’
‘Dat zou zeker zijn aandacht trekken. Wie weet wat voor soort gunst dat op zou leveren?’