‘Als je de president van Rusland zo’n dienst zou bewijzen, zou je daarmee vrijwel alles kunnen kopen, een ministerspost, mijnbouwconcessies en wie weet wat allemaal nog meer.’
‘Ik heb beslist het gevoel dat de Russen hierachter zitten,’ zei Harvath, terwijl hij zijn glas nog eens volschonk. ‘Carl Pedersen heeft mij niet alleen geholpen hun Baltische complot te verijdelen, maar ook om het hoofd van hun geheime operaties in Oost-Europa op te pakken.’
Nicholas knikte. ‘Twee vliegen in één klap. Ze hebben alle inlichtingen gekregen die ze nodig hadden om jou op te sporen en hebben ook Pedersen omgebracht.’
Weer voelde Harvath een pijnlijke steek in zijn hart bij het noemen van de naam van zijn overleden vriend. Hij nam een forse slok whiskey voordat hij antwoordde. ‘Maar waarom hebben ze dan een prijs op je hoofd gezet? Waarom heeft de Russische Inlichtingendienst –gruoffsb– niet gewoon de opdracht gekregen om het af te handelen?’
Nicholas haalde zijn schouders op en pakte zijn sigaar weer op. Die was uitgegaan, en hij moest hem opnieuw aansteken. Terwijl hij de aansteker aanknipte, zei hij: ‘Als Pesjkov echt niet wilde dat dit van hem afkomstig leek, moest hij deze poppenkast tot het eind toe volhouden, met een tussenpersoon voor het geld en een tussenpersoon voor de moord.’
Dat was een goed punt. ‘Oké, laten we veronderstellen dat het zo is gegaan. Hoe wisten de Russen dat Carl en ik een band met elkaar hadden en hoe konden ze er ooit van op de hoogte zijn dat hij me overal mee hielp?’
‘Simpel. Hij heeft het verknald.’
Harvath schudde zijn hoofd. ‘Onmogelijk. Hij zeker niet.’
Nicholas wendde zijn blik van zijn sigaar af en keek zijn vriend aan. ‘Iedereen maakt fouten. Ik heb fouten gemaakt, en de Ouwe ook. En jij hebt er zeker meer gemaakt dan verwacht mocht worden.’
‘Ik zeg niet dat hij niet in staat was om fouten te maken. Ik zeg alleen dat ik dat nooit heb gezien. Ik heb er ook nooit over gehoord. De Ouwe zei dat Carl een van de beste spionnen was die hij ooit had meegemaakt. De Noren zijn buren van de Russen. Ze kunnen zich geen fouten veroorloven, hoe gering ook.’
‘Goed dan. Laten we voor het gemak even aannemen dat Carl Pedersen perfect was. Hij maakte nooit fouten. Wat betekent dat voor jou?’
Harvath draaide het ijs weer in zijn glas rond, terwijl hij over de vraag nadacht. ‘Iemand anders heeft de fout gemaakt. Iemand in zijn nabijheid.’
De kleine man knikte en zoog weer aan zijn sigaar. ‘Als die connectie bestaat, moet je die zien te vinden, zodat we ermee verder kunnen. Lastig.’
Ook al was hij beneveld door de alcohol, toch begon Harvath de mogelijkheden te doorlopen, waarbij hij een hele reeks scenario’s overwoog en verwierp.
Al snel werd duidelijk dat het probleem vrijwel onmogelijk op te lossen was als je gegevens miste, iets wat voor elk ingewikkeld probleem gold. Harvath kende Carl Pedersen, maar hij had geen idee wie Pedersen in vertrouwen had genomen en met wie hij had gesproken. Ze hadden hun relatie strikt vertrouwelijk gehouden, voor hun beider veiligheid.
Nu de honden vlakbij lagen te slapen, werd het weer stil op de veranda. Harvath en Nicholas genoten zwijgend van hun sigaren en whiskey, ieder vervuld van zijn eigen gedachten.
Na een paar minuten zei Nicholas: ‘Er is nog iets wat ik je moet vertellen.’
‘Wat dan?’ vroeg Harvath, in het duister starend.
‘Toen de moorden gepleegd werden en jij verdween, gaf Bob McGee me een kopie van de documenten die de Ouwe had opgesteld. Daarin stond uitgelegd hoe het bedrijf na zijn dood geleid moest worden. Ik bleek zijn derde keuze te zijn. En als een goede verloren zoon schoot ik te hulp. Ik meende dat het mijn plicht was, vooral na alles wat er was gebeurd.’
‘Ja, en?’
‘En nu ruim ik het veld.’
Harvath draaide zich lichtelijk geschokt naar hem toe. ‘Hoe bedoel je?’
‘Ik ben helemaal niet gekwalificeerd om deze organisatie te leiden, of welke organisatie dan ook, eerlijk gezegd. Ik waardeer het vertrouwen dat hij in mij heeft gesteld, maar dit is niet mijn vak. Ik ben een uitblinker achter het toetsenbord, in cyberspace, waar ik uiterst gevoelige stukken op een digitaal schaakbord verplaats. Juist daarom heb jij mij binnengeloodst. Jij hebt me de kans gegeven deel uit te maken van iets dat groter is dan alleen ikzelf. En ik zal je daarvoor altijd dankbaar zijn.’
‘Dus je neemt ontslag?’
Nicholas schudde zijn hoofd. ‘Jullie zijn mijn familie. Ik vertrek niet, maar ga verder met het werk waarvoor ik oorspronkelijk ben aangesteld. Ik kan geen geld opsporen, naar het gefluister op het darkweb luisteren en sporen onderzoeken terwijl ik me moet bezighouden met salariskwesties, kwartaalprognoses en verkoopdoelstellingen.’
Harvath zwaaide met zijn hand alsof hij een mug wegjoeg. ‘Daar moet je je niet op focussen. Daarom hebben we eenceoen eencfo, om alle C-Suitekwesties te behandelen. Jij moet het hart en het brein van het bedrijf zijn. Daarom heeft de Ouwe jou uitgekozen.’
‘Daarom heeft de Ouwe juist jou uitgekozen,’ bracht Nicholas zijn vriend in herinnering. ‘Ik ben geen leider, jij wel. Ik stelde me beschikbaar toen er een vacature ingevuld moest worden, maar ik heb deze constructie nooit als permanent beschouwd. Nu Nina en ik een baby krijgen, zal ik de grotere verantwoordelijkheid binnenkort al snel niet meer aankunnen.’
Dit was wel het laatste wat Harvath kon gebruiken. Hij had er genoeg van om werkelijk overal voor op te moeten draaien. Hij wilde niet verantwoordelijk zijn voor de nalatenschap van Reed Carlton, laat staan voor de leiding van zijn gelijknamige bedrijf.
Hij voelde zich er schuldig over. Niet genoeg om tussenbeide te komen, het leiderschap op zich te nemen en de hele santenkraam te redden, maar niettemin schuldig.
‘Als jij stopt, wie neemt de leiding dan over?’ vroeg hij.