‘Alsof ik je heb buitengesloten.’
‘Dat is precies wat je hebt gedaan,’ zei Hayes. ‘En weet je wat? ‘Als je inderdaad een drugsprobleem had, en je je een tijdlang moest afsluiten om de zaken weer op een rijtje te krijgen, dan kan ik dat als vriendin zeker begrijpen.’
Sølvi wilde protesteren, maar op dat moment kwam de ober terug. Hij zette twee glazen op tafel en liet haar de fles champagne zien.
Ze knikte, maar bleef zwijgen terwijl hij de capsule en draadkorf verwijderde. Toen de kurk loskwam, klonk er alleen een heel zacht gesis. Als de zucht van een minnaar, zoals ze in Frankrijk zeiden.
Hij schonk in, zij proefde en knikte nogmaals. Toen hun glazen gevuld waren en hij van de tafel was weggelopen, hief ze haar glas op voor een toost. ‘Op Carl,’ zei ze.
‘Op Carl,’ antwoordde Hayes.
Ze klonken en namen ieder een flinke slok champagne. De koude drank tintelde op hun tong. Niet te zoet, niet te droog. De champagne smaakte zoals die altijd smaakte, perfect.
Hoe vaak hadden ze dit ritueel al beleefd? Hoeveel lunches of brunches, en hoeveel avonden hadden ze niet ’savonds na het werk met elkaar een fles soldaat gemaakt of gewoon een glas gedronken omdat ze er snel vandoor moesten?
Alsnavo-bondgenoten werden ze geacht samen te werken, maar hun vriendschap ging verder dan een werkrelatie. Ze genoten van elkaars gezelschap. Joggen, trainen, naar de film, winkelen, ze waren close met elkaar geweest. Heel close.
Daarom had het des te meer als verraad gevoeld dat Holidae met vermoedens over haar drugsgebruik naar Carl was gelopen. Vriendinnen gaven elkaar niet aan.
In alle eerlijkheid, en als ze onder druk werd gezet, zou Sølvi waarschijnlijk moeten toegeven dat vriendinnen ook niet werkeloos zouden toekijken als een van hen in een verslaving wegzakte zonder dat er veel hoop op herstel was.
Niettemin had Holidae eerst naar haar toe kunnen komen. Ze had echt niet zonder haar te raadplegen naar haar baas hoeven lopen. Of het nu goed of fout was, ze vond het nog steeds moeilijk om het haar te vergeven.
Het leek alsof ze elkaars beste vriendinnen waren, maar op het moment dat er iets verkeerd ging dat mogelijk invloed op het werk kon hebben, was Holidae ineens een en al zakelijkheid geworden.
Daardoor was hun vriendschap onoprecht en hol geworden. Sølvi had ook het gevoel dat ze verraden was. Zeker nu ze net haar man had verloren, was het verraad van zo’n goede vriendin nog bitterder en moeilijker te verteren geweest.
‘Hoe zeggen jullie dat in het Engels?’ informeerde Sølvi. ‘Ik stel voor dat we de strijdbijl begraven?’
Hayes glimlachte. ‘Interessante woordkeuze. Ik wist niet dat we in oorlog waren. Ik dacht dat we gewoon niet meer met elkaar spraken.’
De Noorse glimlachte nu ook. ‘Ik ben een Viking.Å grave ned stridsøksen, zoals wij dat zeggen. Ik denk dat strijdbijlen begraven beter klinkt dan olijftakken aanbieden. Vrede?’
Decia-agente tilde haar glas op. ‘Op de vrede.’
14
‘Dus ik moet je alles vertellen wat ik weet over Scot Harvath,’ zei Hayes nadat de oesters waren gebracht.
Sølvi glimlachte en nadat ze een lege schelp op de schaal had gelegd, antwoordde ze: ‘Eigenlijk moet je me vertellen wat je niet kunt vertellen.’
‘Niet kan of niet zou moeten?’
‘Dat is in het Engels toch hetzelfde?’
Hayes knikte. ‘Meestal wel. Maar waarom vraag je me dat? Ik heb Ivar alles verteld wat we weten.’
‘Ivar Stang, denis-directeur?’
Hayes knikte. ‘Toen Harvaths naam in de zoekopdrachten op Carls apparaten werd ontdekt, vroeg hij me om bij hem langs te komen.’
‘En toen?’
‘Ik heb met Langley gesproken. Om hun goede wil te tonen hebben ze me een presentatie toegestaan, en die heb ik in Ivars kantoor gegeven.’
‘Wie waren daar nog meer?’ vroeg Sølvi.
‘Ivars rechterhand, Norvik.’