Page 4 of Near Dark

Hij wist hoeveel Harvath om haar en haar vierjarige zoontje Marco gaf. Hij wist dat het slechts een kwestie van tijd was voordat ze samen een gezin zouden vormen. En hij wist ook dat hoe vaak Harvath ook beweerde dat dit echt zijn grootste wens in het leven was, dat niet de waarheid was. Tenminste niet de volledige waarheid.

Harvath had een verslaving. Hij was verslaafd aan de levensstijl, het voortdurende geflirt met de dood en de heroïneachtige roes die door de adrenalinevloed veroorzaakt werd. En zoals elke drugsverslaving moest ook deze voortdurend gevoed worden en was er steeds meer voor nodig om dezelfde roes te bereiken. En uiteindelijk zou het ook voor hem op dezelfde manier aflopen. Vroeg of laat zou het hem zijn leven kosten.

Maar Harvath was geen gewone junkie. Hij was buitengewoon intelligent, wat betekende dat hij er een meester in was om argumenten tegen zijn opstappen te verzinnen. Niemand was even ervaren en deskundig als hij. Niemand beschikte over zo’n uitgebreid netwerk. Niemand was zo goed in het ontwikkelen van zijn talenten. Niemand was bereid zoveel risico’s te nemen. Niemand kon zich in het terrein zo snel aanpassen. Enzovoort, enzovoort.

Dat was allemaal waar, maar het betekende nog niet dat anderen niet konden worden gekneed om daarin bedreven te raken, en dat was precies wat de Ouwe hem had willen opdragen. Harvath was veel langer actief geweest dan verantwoord was. Telkens als hij op missie ging, nam hij veel te grote risico’s. Het was in één woord egoïstisch. Dat hij van een cocktail van stimulerende drugs afhankelijk was om optimaal te blijven functioneren, had overduidelijk een teken aan de wand moeten zijn dat zijn dagen geteld waren.

Harvath was pisnijdig over de vermaning van de Ouwe dat hij aan Lara en Marco had moeten denken. Dat was emotionele chantage en een oncollegiale stoot onder de gordel. Maar het maakte hem vooral kwaad omdat hij wist dat Carlton gelijk had. Hij moest een moeilijke beslissing nemen. Maar zoals elke junkie wilde hij eerst proberen de dreiging door onderhandelen af te wenden.

Anders dan de Ouwe dacht, meende Harvath oprecht dat hij nog zeker een paar jaar deuren kon intrappen en schurken een kogel door het hoofd kon jagen. Het was een geschenk uit de hemel geweest dat hij de sportgeneeskundegroep had gevonden, die atleten en eliteagenten van hun verslaving afhielp. Als hij daar geen hulp had gekregen, was hij misschien wel akkoord gegaan met Carltons visie dat het tijd was om uit de arena te vertrekken en zich op werving en begeleiding te richten, al was het met tegenzin.

De artsen en fysiotherapeuten die hem onder handen namen, hadden zijn conditie opgekrikt tot een niveau dat hij eerst voor onmogelijk had gehouden. Via hun programma was hij sterker en sneller geworden, met een betere reactietijd dan toen hij nog een dertiger was. Ze hadden echt een ongelooflijke vooruitgang bewerkstelligd. Daarom had hij met het vereiste respect voor zijn mentor een compromis voorgesteld.

In plaats van helemaal te stoppen met het operationele werk, had hij de ene helft van zijn tijd in het veld doorgebracht en de andere helft bij de Carlton Group om nieuw talent op te leiden.

Dat was niet de uitkomst die de Ouwe beoogd had. Hij zocht iemand die het schip op fulltimebasis kon besturen. Tegelijk kende hij Harvath, en misschien wel beter dan wie ook. Hij wist dat die er meteen vandoor zou gaan als hij hem een ultimatum zou stellen, en voor iedereen zou gaan werken die zijn honorarium wilde betalen, en gezien zijn ervaring zouden er genoeg aanbiedingen volgen. Mogelijk had hij hem op de zwarte lijst van deciakunnen laten zetten, maar dan hadden de Britten of de Israëliërs hem in no time binnengehaald.

Of Harvath voor een buitenlandse inlichtingendienst had willen werken, bleef in het ongewisse. Uiteindelijk wilde de Ouwe hem toch bij zich houden, als een zoon. Hij wilde weten of de operaties die Harvath ondernam optimaal voorbereid en uitgevoerd werden. Als hij hem voor de organisatie behield, kon hij dat garanderen, maar als hij hem toestond zich op de vrije markt aan te bieden, was daar uiteraard geen sprake van.

Daarmee zat Carlton nog steeds met het probleem wie de organisatie daadwerkelijk zou leiden. Na overleg met de president en de directeur van deciakreeg hij toestemming om Lydia Ryan, adjunct-directeur van decia, te polsen. Ze was een buitengewoon capabele inlichtingenagent geweest en kende het speelveld van haver tot gort. Lydia was een uitstekende aanwinst.

De Ouwe was een wandelende encyclopedie als het om de spionagebranche ging, ook al leed hij aan alzheimer. Hij wist waar alle strikt geheime ‘lichamen’ begraven waren. Lydia en Harvath hadden om de beurt bij hem gezeten om elk snippertje waardevolle informatie dat hij in zijn geheugen had opgeslagen aan hem te ontfutselen, voordat alles hem was ontglipt.

Toen zijn brein begon te haperen en hij tegen zijn huishoudster en vrienden die hem opbelden of langskwamen om poolshoogte te nemen uit de school begon te klappen over zijn geheime operaties, besloot Harvath dat het tijd was om hem te isoleren.

Carlton koesterde dierbare herinneringen aan de zomers die hij in het zomerhuis van zijn grootouders aan Lake Winnipesaukee in New Hampshire had doorgebracht. Het was laagseizoen en Harvath vond zonder moeite een huis te huur. Omdat de oudste herinneringen meestal de laatste waren die verdwenen, meende hij dat Carlton zich daar zeker thuis zou voelen.

Met goedkeuring van de president werd in het diepste geheim een team mariniers aan de Ouwe toegewezen. Een van hen was altijd in wisseldienst in het huis aanwezig. Harvath vloog zo vaak mogelijk naar hem toe.

Hij was net teruggekeerd van een bijzonder intensieve opdracht in het buitenland en had daar uiteindelijk een besluit genomen over wat hij wilde. Hoewel hij niet kon beloven dat hij binnen afzienbare tijd met het veldwerk zou stoppen, wist hij dat hij van Lara en haar zoon hield en dat dat de rest van zijn leven zo zou blijven.

Na een romantisch etentje was hij met haar naar de steiger gelopen en had haar een aanzoek gedaan. Ze had vol teder enthousiasme ja gezegd.

In de wetenschap dat de Ouwe langzaam weggleed, had Harvath haar gevraagd er samen met hem even tussenuit te knijpen. Hij wilde in het buitenhuis trouwen, aan zijn bed. Ryan zou hun getuige zijn.

Lara wist hoeveel Reed Carlton voor haar verloofde betekende. Ook zij was van hem gaan houden en beschouwde hem als een vaderfiguur. Ze deden er goed aan om zo’n bijzondere man bij zo’n bijzonder moment aanwezig te laten zijn. En daarom was ze ermee akkoord gegaan.

Teneinde het stil te houden, totdat ze een grote kerkelijke bruiloft konden organiseren met Lara’s familie, zijn moeder en al hun vrienden, vroegen ze een plaatselijke rechter om de plechtigheid te leiden.

Alles was perfect verlopen. De Ouwe was zelfs minder afwezig en energieker geweest dan ze hem in lange tijd hadden gezien.

Wat Harvath betrof had het niet beter kunnen verlopen. De wandelingen rond het meer met Lara, het vrolijke gelach, de vrijpartijen; die paar dagen, van de geheime trouwplechtigheid tot de aanval, waren de gelukkigste van zijn leven geweest. Maar opeens was alles op gruwelijke wijze fout gelopen.

Na de moorden, de martelingen, zijn ontsnapping en loodzware tocht naar de vrijheid door een ijzig landschap in een ver buitenland was hij van een groot deel van zichzelf beroofd.

Na de begrafenissen hadden zijn collega’s afstand genomen en hun medeleven getoond door hem ruimte te geven om te rouwen.

Toch kon hij het gevoel niet van zich afzetten dat iemand hem bespied had. Hij meende dat het een bekende van zijn werk moest zijn geweest. Ze waren meer dan alleen maar collega’s, ze waren familie. En spionnen houden tenslotte nooit op met spioneren, zeker niet als ze elkaar kunnen bespioneren.

Ze wisten allemaal waar hij geweest was. Een collega had hem zelfs het plezier gedaan een koffer vol kleding naar Little Palm Island te versturen voordat hij daar was aangekomen.

Maar nu hij naar Key West was ontsnapt, konden ze hem vast moeilijker traceren. Moeilijker, maar onmogelijk was het natuurlijk niet.

Hij had nog steeds zijn telefoon, die altijd in de kamer bleef en die hij alleen aanzette om foto’s, oude appjes en spraakberichten van Lara te bekijken en beluisteren. Om te voorkomen dat hij werd betrapt terwijl de telefoon aanstond, had hij die op ‘niet storen’ gezet, zodat de beltoon niet klonk en telefoontjes meteen naar de voicemail werden doorgeschakeld.

Nadat hij zijn spullen had uitgepakt, had hij de volgende dagen diverse kroegen bezocht, totdat hij er uiteindelijk een als vast adres had uitgekozen. Niet dat zijn standaard zo hoog lag, zeker niet. Het enige wat ertoe deed was dat de airconditioning koelte bracht, de bar rustig was en er een bepaald publiek kwam van doorgewinterde drinkers die vooral met rust gelaten wilden worden.

De bar die hij eindelijk uitkoos was een echte drankhol: schemerig, met zwartgeverfde ruiten, riekend naar urine, verschaald bier en verspilde levens.