‘Hij ziet eruit alsof hij door de voorruit is gevlogen.’
‘Behalve verwondingen aan zijn gezicht had hij vier gebroken ribben en zijn rechterhand en linkerknie waren verbrijzeld.’
Harvath keek toe hoe Nicholas langs de foto’s met verwondingen scrolde.
Toen hij klaar was, vroeg Harvath: ‘Wat bedoel je met “niemand denkt dat het een ongeluk was”?’
‘Luksa heeft zijn verhaal bij de dokter gewijzigd. Eerst zei hij dat hij achter het stuur van zijn truck zat toen het gebeurde. Toen de dokter hem vertelde dat hij bevestiging van zijn werkgever nodig had omdat het om letsel in werktijd ging, zei hij dat hij op dat moment zijn privéauto bestuurde.’
‘Dat is vreemd.’
‘Het wordt nog vreemder,’ vervolgde Nicholas. Ik heb beide voertuigen kunnen opsporen, maar ik kan geen politie- of verzekeringsrapporten in verband met het ongeval vinden.’
‘Die man was smokkelaar. Wij waren vast niet de eerste lading die hij naar of vanuit Kaliningrad illegaal de grens overbracht. Misschien is er iets gebeurd en wilde hij niet dat zijn officiële werkgever dat te weten kwam. Als hij de vrachtwagen van zijn baas heeft beschadigd, heeft hij misschien contant betaald om die te laten repareren en het stil te houden.’
‘Hoe dan ook, hij wilde het in elk geval stilhouden.’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Harvath.
‘Als ik het dossier correct vertaal, had mevrouw Luksa voordat hij in het ziekenhuis behandeld werd, eerst contact opgenomen met hun huisarts. Ze heeft daarbij niet over een auto-ongeluk gesproken. In plaats daarvan beweerde ze dat hij gevallen was, maar verder in orde was en enkel pijn had. Ze wilde dat de dokter pijnstillers zou voorschrijven. Maar omdat het weekend was en zijn praktijk gesloten was, raadde de dokter hem aan om naar de spoedeisende hulp te gaan.’
‘Interessant.’
‘Dat is nog niet alles. Niet alleen wijzigde Luksa zijn verhaal bij de eerstehulparts, hij was ook weinig mededeelzaam over de bijzonderheden van het ongeval. De arts zei dat het hele bezoek “verdacht” was. Hij noteerde in zijn aantekeningen zelfs dat Luksa in elkaar geslagen leek te zijn. Verwijzend naar de verbrijzelde rechterhand en linkerknie van zijn patiënt gaf hij aan dat Luksa herhaaldelijk met een stomp voorwerp was geslagen, waarschijnlijk een hamer.’
‘En zoals ik al zei,’ zei Harvath, ‘zijn truck had een handmatige versnelling. Het is tot daaraan toe om een man in elkaar te slaan, maar als je zijn rechterhand en linkerknie breekt, kan hij de pook en het koppelingspedaal een poosje niet meer bedienen.’
‘Als ze speciaal daarop hebben gefocust, betekent dat dat ze wisten met welke apparatuur hij werkte. Weet je of hij vijanden had?’
‘Hij was niet zo’n prater.’
‘Stel dat dit geen mishandeling was om een rekening te vereffenen,’ zei Nicholas, terwijl hij de foto’s bekeek.
‘Hoe bedoel je?’
‘Laten we zeggen dat het er niet om ging dat boze grenswachten hun maandelijkse steekpenningen niet kregen. Stel dat de Russen precies hebben gedaan waar we het over hadden? Stel dat ze teruggekeerd zijn, alle camerabeelden van de grensposten hebben bekeken en een lijst hebben opgesteld waarop Luksa voorkwam? Stel dat ze daarna besloten hebben hem een bezoekje te brengen en dat ze tijdens dat bezoek hebben vastgesteld dat ze de juiste te pakken hadden en hem de duimschroeven hebben aangedraaid, of liever gezegd hem een mokerslag hebben toegediend?’
‘En dat hij heeft bekend dat hij voor de Litouwse Inlichtingendienst werkte?’
Nicholas schudde zijn hoofd. ‘Het zou nooit een rechte lijn zijn. Ze kennen de moderne spionagetechnieken en er zouden onderweg altijd tussenpersonen worden ingezet. Maar de Russen zijn slim, slim genoeg om zoiets achteraf te reconstrueren. Als Luksa heeft toegegeven dat hij een team Amerikanen had opgepikt, zijn ze daarmee gelijk aan de slag gegaan.’
Hij had een punt. Een belangrijk punt. Als de Russen daar een onderzoek naar zouden starten, zou het best kunnen dat ze de hele zaak konden ontrafelen, tot aan Landsbergis bij de Litouwse staatsveiligheidsdienst toe. ‘Ik moet naar Vilnius,’ zei Harvath.
‘Litouwen? Hou je me voor de gek?’ riep Nicholas uit. ‘Waar er wellicht een prijs van honderd miljoen dollar op je hoofd staat? Ben je gek geworden? Geen sprake van.’
‘Ik wil zelf met Landsbergis spreken, en wel onder vier ogen.’
‘Komt niets van in. We kunnen de Ghost sturen.’
De Ghost was een speciale undercoveragent die van decianaar de Carlton Group was overgeplaatst. Zijn echte naam was Steve Kost. Omdat zijn achternaam perfect op ‘ghost’ rijmde, was die roepnaam vanzelf ontstaan.
‘En wat verwacht je dat ik doe?’ vroeg Harvath.
Nicholas hief zijn handen ten hemel. ‘Weet ik veel. Hier blijven? Overleven? Neem een hobby. Het kan me niet echt schelen. Het enige wat ik weet, is dat je niet weggaat.’ Als er iemand halsstarrig was, dan was het Harvath wel. De beste manier om hem iets te laten doen was hem vertellen dat het onmogelijk was. Dat wist Nicholas, maar toch had hij het hem uitdrukkelijk verboden.
‘Luister,’ zei Harvath, ‘als je iemand nodig had die daar een langdurige verkenningsexpeditie moest uitvoeren of een uitgebreid netwerk moest vestigen, zou Kost een van de eerste kandidaten op mijn lijst zijn. Maar hem voor een verhoor op pad sturen? Dat is net zoiets als Rembrandt vragen als lasser te gaan werken.’
Nicholas grinnikte. ‘Die schrijf ik op. Ik denk niet dat ik ooit zo’n groot compliment aan Kost heb gehoord.’