Page 54 of Near Dark

Zoals de krijgsmacht antiradarsneeuw gebruikte om radargeleide raketten van koers te brengen, zo wilde Harvath de zone overspoelen met desinformatie. Met behulp van deepfaketechnologie wilde hij op bewakingscamera’s op diverse vliegvelden en treinstations over de hele wereld ‘gezien’ worden.

Om voor te wenden dat dezelfde persoon onder verschillende identiteiten reisde, wilde hij ook dat Nicholas zijn eigen biometrische gegevens op elke plek van binnenkomst in het computersysteem zou invoeren, maar dan wel gekoppeld aan steeds een ander vals paspoort.

Elke zichzelf respecterende professional zou het kruimelspoor uiteindelijk weten bloot te leggen. En als de Carlton Group het spel goed speelde, konden ze een of zelfs meer huurmoordenaars in de val lokken. Ondertussen zou Harvath de vrijheid krijgen om zijn eigen parallelle agenda te volgen.

Het plan was typisch voor Harvath, gedurfd en moeilijk uitvoerbaar, en waarschijnlijk zou het tijdens de uitvoering nog ontelbare malen wijzigen. Hij bezat echter een onmiskenbaar talent om anderen een stap voor te blijven. Vaak kwam zijn genialiteit pas volledig tot uiting als de strijd eenmaal begonnen was en de eerste schaakstukken vielen. De grote vraag was nu of hij de anderen ook ditmaal inderdaad voor kon blijven.

Net als Nicholas erkende Lawlor de grote capaciteiten van Harvath. Maar hij wist ook dat Harvath op dit moment nog lang geen honderd procent was. Hij was lichamelijk en geestelijk een wrak. En bovendien had hij inmiddels een enorm drankprobleem. Kortom, de man zat zwaar in de vernieling.

Alleen een dwaas zou hem het veld in gestuurd hebben. Alleen een dwaas als Lawlor.

Hij wist dat een voor vijfenzestig of zelfs niet meer dan vijfenveertig procent functionerende Harvath nog altijd beter was dan bijna alle andere agenten ter wereld. Maar dat betekende niet dat hij geen bedenkingen had. Lawlor had er genoeg. Harvath was een vat vol woede dat op ontploffen stond. Hij kon het zien door alleen maar naar hem te kijken. Hij balde zijn handen voortdurend tot vuisten, zijn kaak verstrakte en ontspande steeds weer, en dan dat knarsetanden… Harvath was een van haat vervuld wrak en zijn bedoelingen waren zonneklaar.

Iedereen bij de Carlton Group wilde dat de moordenaar van Carl Pedersen zijn verdiende loon kreeg. Maar konden ze deze klus aan Harvath toevertrouwen? Lawlor had zijn twijfels.

Maar wat hij ook te berde bracht, Harvath moest en zou zijn plan doorvoeren. Lawlor wist misschien niet veel over hem, maar dat wist hij in elk geval wel, en daarom was hij er uiteindelijk mee akkoord gegaan hem zijn gang te laten gaan.

Harvath presteerde juist bij tegenspoed. Hoe slechter de omstandigheden waarin hij verkeerde, hoe meer hij van zichzelf eiste en hoe indrukwekkender zijn prestatie. Hij zou alles wat er gebeurd was in brandstof omzetten, waardoor hij zijn kansen op succes vergrootte. Daar was Lawlor van overtuigd.

In elke andere organisatie zou een man die zo zwaar beschadigd was naar huis worden gestuurd, in een ziekenhuis worden opgenomen of aan een bureau gekluisterd moeten blijven. Maar bij de Carlton Group ging dat anders. Risico’s nemen was juist de kerntaak van dit bedrijf. Gecalculeerde risico’s weliswaar, maar niettemin risico’s.

Harvath het veld in sturen was alsof je een onbetrouwbare atoombom boven een vijandelijke stad afwierp. Afhankelijk van hoe de sterren stonden kon het verbazingwekkend goed of ronduit catastrofaal aflopen. En tot je het antwoord wist, kon het wachten bijna ondraaglijk zijn.

Harvaths plan impliceerde dat hij sprongsgewijs Europa in zou trekken en drie vliegen in één klap zou slaan. Een Black Hawk zou hem dan naar Andrews terugbrengen, waar hij in een privéjet van de Amerikaanse luchtmacht zou stappen. De jet zou hem naar de vliegbasis Chièvres in België brengen, een korte autorit van het centrale commandocentrum van denavo, het Supreme Headquarters Allied Powers Europe.

Daar zou hij zowel admiraal David Proctor als Monika Jasinski voor een persoonlijk onderhoud ontmoeten, uitsluitend om zichzelf en iedereen bij de Carlton Group gerust te stellen dat geen van hen Carl Pedersen had verraden.

Daarna zou hij aan boord gaan van een 86th Airlift Wingvlucht naar Siauliai International Airport in Litouwen en de Baltic Air Policingmissie van denavo. Dan zou hij met de auto in tweeënhalf uur naar Vilnius rijden om Landsbergis aan te klampen.

Hij zou onder een valse naam met valse documenten reizen. Door gebruik te maken van bases die door denavoondersteund werden, zou hij de normale luchthavens met hun bewakings­camera’s en biometrische scanners ontlopen. De enige personen in Europa die zouden weten dat hij er was, zouden Proctor en Jasinski zijn, en niet eerder dan wanneer hij voor hen verscheen. Het was een risico dat Harvath, Lawlor en Nicholas allemaal bereid waren te nemen.

Daarnaast was er ook een back-upplan dat hij wilde uitvoeren, een soort verzekeringspolis. Als iemand bereid was Carl te vermoorden om hem aan te pakken, zouden ze waarschijnlijk ook bereid zijn om achter anderen in Harvaths nabijheid aan te gaan. Hij wilde er zeker van zijn dat bepaalde mensen beschermd werden.

Zodra alles geregeld was, haalde korporaal Garcia hem op en bracht hem naar de helihaven, waar zijn vlucht gereedstond.

De trip in de Black Hawk vanaf Camp David duurde iets meer dan een half uur. Tegen de tijd dat Harvath op Andrews landde, bleek alles waarom hij had gevraagd klaar te liggen. Alles, inclusief de valse documenten, werd hem doorcia-directeur Bob McGee persoonlijk overhandigd.

Een aangepaste Gulfstream 550, een straalvliegtuig dat onder de aanduiding C-37B door de Amerikaanse luchtmacht geëxploiteerd werd, werd volgetankt en gereedgemaakt voor de vlucht naar België. Aan boord waren de piloot, de copiloot, een purser en een stewardess.

De C-37B had als primaire taak in een wereldwijde luchtbrug voor hooggeplaatste Amerikaanse leiders en hoogwaardigheidsbekleders te voorzien. Het was een vliegtuig voor alle weersomstandigheden en had een groot bereik, zodat het over grote afstand nonstopvluchten kon uitvoeren. Het smaakvolle interieur was vooral ontworpen om comfort te bieden, en de crew was er uitgebreid in getraind om vippassagiers in de watten te leggen.

Nadat hij drie kwartier in de hangar had doorgebracht om alles door te nemen en hij door McGee op de hoogte was gebracht, was Harvath aan boord van het toestel gegaan, had zijn schoenen uitgeschopt en had om een drankje gevraagd.

De stewardess bracht hem een whiskey, overhandigde hem een geprinte menukaart en vroeg wat zijn voorkeuren waren en wanneer hij zijn maaltijden wilde laten serveren. Ze sprak Scot daarbij aan als ‘Mr. Brenner’. ‘Donovan Reed Brenner’ was de naam die hij voor zijn valse documenten had gekregen. McGee had die naam zelf uitgekozen.

Donovan was een knipoog naar Wild Bill Donovan, de oprichter van deoss, de voorloper van decia. Brenner was een verwijzing naar de Brenneropdracht, de meest gedurfde spionagemissie in de Tweede Wereldoorlog. McGee wist dat het gelijknamige boek een van Harvaths lievelingsboeken was. En ook omdat hij een van Harvaths favorieten was, was de naam Reed uitgekozen als eerbetoon aan de Ouwe.

Geen van de namen diende een strategisch doel en waren slechts symbolisch, maar zoals Harvath had geleerd toen hij in de ijzige wildernis in Rusland voor zijn leven vocht, kon het allerkleinste detail soms de meeste inspiratie leveren.

Omdat hij in de loop der jaren met nogal wat waardeloze namen had moeten werken, stelde hij het op prijs dat McGee er zoveel aandacht aan had besteed.

Nadat hij zijn valse identiteit en achtergrond, of ‘legende’ zoals die in de spionagewereld werd genoemd, in zijn geheugen had geprent, vroeg hij de stewardess om nog een whiskey. Hij was niet van plan om tijdens de vlucht stomdronken te worden, maar broodnuchter blijven wilde hij in elk geval niet.

Vliegtuigcabines waren vreemde ruimtes. Privévliegtuigcabines waren nog vreemder, vooral als je alleen reisde. Misschien kwam het door de stilte waarmee ze het luchtruim doorkliefden, of misschien door de zachte cocon vol luxe die zo’n ongewone contemplatieve sfeer schiep. Je werd er vanzelf in meegezogen, gesust door het constante gezoem van de motoren en raakte in een bijna tranceachtige toestand.

Als je in je eentje op een hoogte van tien kilometer door de lucht raasde, kon je geest zich openen en je levend verzwelgen.

Harvath was nog niet zover dat zijn geest zich kon openstellen. Het deksel moest juist gesloten blijven. En alcohol was de enige manier om dat te garanderen. Want als hij zichzelf toestond de ware omvang van zijn pijn te voelen en te ervaren hoe intens en rauw die was, dan zou hij die onder ogen moeten zien en ermee moeten omgaan. Daar was hij nog niet klaar voor. Nog niet. Misschien wel nooit. En daarom dronk hij.