‘Sergei Gurjev. Russische militaire inlichtingendienst. Werkt vanuit hun ambassade hier in Vilnius.’
‘En dan een van zijn collega’s, een grote man met een kaalgeschoren hoofd en een grote rode baard?’
‘Alexander Kovaljov. Eveneensgruvanuit de ambassade.’
‘Ik neem aan dat de andere twee bottenbrekers die bij hen waren bij dezelfde dienst werkzaam zijn.’
‘Daar kun je gerust van uitgaan.’
‘Wat heeft dit allemaal te maken met informatie die van cruciaal belang is voor de Litouwse nationale veiligheid?’ vroeg Simulik, die steeds geïrriteerder raakte. ‘Daarom ben je toch hier, of niet soms?’
‘Zeker wel,’ zei Harvath. ‘Nou, vlak daarna mishandelde en martelde ditgru-team een Litouwse vrachtwagenchauffeur, Antanas Luksa geheten, om informatie uit hem te trekken die hen naar Filip had moeten brengen. In plaats daarvan zijn ze naar jou toe gekomen. En de reden daarvoor was dat ze jou al in hun zak hadden. Jouw naam was al aangetast.
‘Waarom zouden ze nog tijd aan Filip verspillen als jij hun alle informatie kon geven die ze wilden? En dat heb je dan ook gedaan. Filip vertelde jou over Carl Pedersen, jij vertelde het aan de Russen en de Russen lieten Carl vermoorden.’
‘Pedersen is dood?’ vroeg devsd-directeur met een lijkbleek gezicht. Zijn arrogantie was opeens verdwenen.
Harvath keek hem woedend aan. ‘Wat dacht je dat de Russen met die informatie gingen doen? Hem bloemen sturen?’
Omdat hij nu eenmaal een lafaard was, maakte Simuliks ontzetting al snel plaats voor iets anders, namelijk zelfbehoud. ‘Ik kon onmogelijk weten wat ze met de informatie zouden doen.’
‘Noorwegen is een bondgenoot en een medelidstaat van denavo.’
‘Net als de Verenigde Staten,’ snauwde hij. ‘Toch gebruikte je onze luchtmachtbasis om een vijandige en niet gesanctioneerde operatie tegen een vreemde mogendheid te beginnen. Door jouw operatie hadden we allemaal in een oorlog verzeild kunnen raken.’
Devsd-directeur had geen idee waar hij het over had. Harvaths operatie had hen juist van de oorlog gered. De Russen waren al met de voorbereidingen voor een invasie begonnen, en dan niet alleen van Litouwen, maar ook van Estland, Letland en een deel van Zweden.
Hoezeer hij de Russen ook haatte, hun plan was beslist briljant geweest. Door het kleine garnizoen op het Zweedse eiland Gotland onder de voet te lopen, zouden ze hun mobiele raketbatterijen kunnen installeren om op die manier de Oostzee af te sluiten. Vanuit Kaliningrad zouden de Russische luchtverdedigingssystemen, tezamen met legioenen straaljagers, het luchtruim beheersen. De enige manier voor denavoom de kleine partners te bevoorraden en militairen en materieel het gebied in te brengen, was via het spoor vanuit Polen.
Er was slechts één probleem: aan de Pools-Litouwse grens veranderde de spoorbreedte en moest alles naar andere treinen worden overgebracht. Deze transferpunten waren uiterst kwetsbaar voor sabotage.
Hoe vaak het Pentagon de simulatie ook had uitgevoerd en hoe vaak er ook nieuwe en nog briljantere strategen werden ingebracht, de Russen wonnen het conflict altijd, met als gevolg dat er een nieuwe wereldoorlog op uitbreken stond.
Harvaths operatie in Kaliningrad, waarbij het leven van een handvol Amerikanen op het spel werd gezet om één Rus te liquideren en zo een derde wereldoorlog te vermijden, werd als een aanvaardbaar risico beschouwd.
Maar daarbij was nooit als criterium meegewogen hoeveel anderen ten gevolge van Harvaths acties om het leven konden komen. Als hij had geweten dat zijn vrouw zou worden afgeslacht, tezamen met Lydia Ryan, de Ouwe en Carl Pedersen, zou hij die operatie dan toch hebben doorgezet? Hij had niet de moed of de emotionele kracht om die vraag onder ogen te zien. Niet op dit moment. Nog niet althans. Misschien wel nooit.
Simulik, die steeds meer vertrouwen kreeg in de dekmantel die hij gaandeweg construeerde, wist niet van ophouden. ‘Jullie Amerikanen denken maar dat jullie overal mogen komen en alles mogen doen waar jullie zin in hebben. Nou, weet je wat? Zo is het niet.
Als Litouwen ervoor kiest om informatie met Rusland te delen, dan staan we in ons recht. En dan kan Amerika daar helemaal niets aan doen. Wij beslissen zelf hoe ons land overleeft, niet jij.’
Hij sprak nu echt op bevlogen toon. Naarmate zijn zelfingenomen verontwaardiging groeide, vormden zich kleine speekselvlekjes rond zijn mondhoeken, even wit als zijn roos. Zijn gezicht had weer kleur gekregen en de woede die hij uitstraalde was bijna tastbaar.
Harvath kreeg zo langzamerhand de indruk dat Simulik helemaal niet in de Verenigde Staten geïnteresseerd was, en dat dat al heel lang het geval was. In de voormalige Sovjetsatellietstaten, evenals in Rusland zelf, hunkerden heel wat ouderen nog steeds naar de ‘goeie ouwe tijd’ van het communisme. Harvath wilde dan altijd vragen wat ze het meeste misten: de rijen voor de bakker of de goelags.
Simulik mocht dan wel roepen dat hij ervoor wilde zorgen dat Litouwen zou ‘overleven’, maar in werkelijkheid was hij alleen in zijn eigen overleving geïnteresseerd. Harvath verwachtte dat hij in een uurtje waarschijnlijk genoeg verdachte banktransacties boven water kon krijgen om aan te tonen dat devsd-directeur corrupt was. Hij bedacht dat hij Landsbergis moest vragen dat eens te onderzoeken. Hij zou zelfs Nicholas kunnen strikken. Deze kerel moest de laan uit gestuurd worden.
Hij wilde hem net eens flink de waarheid zeggen toen de man zich omdraaide en in het Litouws zijn woede koelde op zijn plaatsvervanger.
‘Je hebt tegen me gelogen. Je wist dat hij hierheen zou komen om mij te beschuldigen. Je spant actief samen met de Amerikanen tegen je eigen land. Dat valt niet te tolereren. Het is gedaan met je. Hoor je me? Gedaan.’
Ter wille van Harvath sprak Landsbergis zijn baas in het Engels aan. ‘Nee, het is juist met jou gedaan, Andriejus. Je hebt de kant van de Russen gekozen en een bondgenoot verraden. Dat zal niet goed vallen, niet bij onze regering en niet bij ons volk.’
‘En jij hebt materiële steun, Litouwse steun, verleend bij een schurkachtige operatie tegen de Russen, die dat als rechtvaardiging kunnen gebruiken voor een oorlog tegen ons.’
‘Ik stel voor met onze argumenten naar het parlement te gaan, dan zien we wel hoe het afloopt.’
‘Gelukkig is dat niet nodig,’ zei een onbekende stem in de kamer.